Wijk op de schop 2005
Mei 2005
We gaan een nieuwe fase in....
Op 20 mei arriveren de eerste delen van de te plaatsen torenkraan. De voet
wordt op de fundering geplaatst en de eerste segmenten worden door een
mobile kraan geplaatst. Op 31 mei wordt de kraan verder opgebouwd. Het
wordt een spectaculaire klus die veel belangstelling trekt.
's Ochtends is de toren al tot hoogte opgebouwd. Voor de monteurs misschien
een routineklus, voor de omstanders een ijzingwekkend karwei. Dan wordt de
cabine, een gevaarte van zestien ton, moeiteloos door de mobiele kraan naar
boven gehesen. Hierna wordt de spits geplaatst en vervolgens de achtergiek.
Indrukwekkend is het plaatsen van de voorgiek waarbij de machinist van de
mobiele kraan deze zo op armlengte afstand van de toren weet te
manouvreren dat de monteurs weinig moeite schijnen te hebben om de laatste
decimeters te overbruggen en de giek vervolgens met pennen vastkoppelen
aan de draaikrans. Tot slot gaan dan nog zes contragewichten van elk 2500
kilo naar boven. Met een hoogte van 60 meter (onder de haak) en een
reikwijdte van 40 meter, is er voor de komende tijd een nieuwe blikvanger aan
de skyline van Maassluis verschenen.
Kraanmachinist Henk Tieben is de komende maanden misschien wel
de meest eenzame man op de bouwlocatie. 's Morgens om zeven uur
begeeft hij zich naar eenzame hoogten, zo'n 60 meter boven het
maaiveld, om 's middags tegen vier uur weer af te dalen naar het
aardse. Maar het beroep van kraanmachinist schijnt een heel bijzonder
beroep te zijn, want zit je eenmaal in je cabine, dan voel je je thuis.
Ook Henk vindt daar zijn rust. En voor het contact met de buitenwereld
is er op de werkdag altijd nog de portofoon en telefoon. "Alles heb ik
bij me. Eten, drinken, een tandenstoker, een spiegeltje voor het geval
ik iets in mijn oog krijg. Plassen kan ik in een jerrycan. Als ik ’s
ochtends in de cabine de zon op zie komen en ik drink mijn bakje
thee, dan ervaar ik wel eens een sprankelend geluksgevoel".
Half april wordt het werk op de locatie Merellaan hervat. Om de palen wordt een kartonnen ring geplaatst,
waarna een werkvloer wordt gestort. In deze vloer worden op onderlinge afstanden van tachtig centimeter
zogenaamde broodjes geplaatst. Deze zullen dienen om de bekisting na plaatsing te stellen en te schoren.
21 april gaan uitvoerders Ruud en Martin van Panagro de palen voor de torens Abel Tasman en Jacob
Roggeveen uitzetten. Ook worden de palen uigezet voor de kraanpoeren. Dit zijn plaatsen waarop de
fundering gestort zal worden voor de straks op te bouwen torenkranen. De week hierna arriveert de heistelling
weer en na enkele dagen is van 's morgens zeven tot 's avonds vijf uur weer het vertrouwde geluid van het
palen slaan te horen. Voor de Jacob Roggeveen zullen 188 palen, en voor de Abel Tasman 235 palen de
grond ingedreven worden. Tot slot komt het slaan van 47 palen voor het parkeerdek aan bod.
De ene wijkbewoner vraagt zich af waarom er tien uur per geheid wordt, de ander zegt: "Laat ze maar door
gaan met heien, des te eerder zijn we er van af".
Het werk aan de riolering op de locatie 'Hof van Zuid' vordert gestaag, maar het zal nog geruime tijd duren
voor het gehele hoofdriool geplaatst is.
Bij de bouwplaats van de Willem Barentsztoren zijn de betonvlechters inmiddels druk in de weer met het
vlechten van de bewapening voor de balken. Hierna wordt de bekisting aangebracht welke vervolgens
gesteld en geschoord wordt.
Hierna wordt begonnen met het storten van beton. Dit gebeurt in twee tot drie lagen. Zou men dit in één keer
doen dan bestaat de kans dat door de zijwaartse druk de schoren het begeven of dat de bekisting omhoog
wordt getild, met het gevolg dat het beton vrijelijk in de bouwput weg zou kunnen lopen.
Als het beton voldoende is gehard kan de bekisting worden verwijderd.
Dan wordt de omtrek van de fundering goed zichtbaar.